Thema 4 : werkwoordelijk gezegde en onderwerp

Vul het onderwerp en het werkwoordelijk gezegde in.
© Jan Aerts

Klik hier voor meer uitleg
krant.gif



1. Ik moet mijn huiswerk nog maken.
Onderwerp =
Werkwoordelijk gezegde =
2. Joris droomt rustig verder.
Onderwerp =
Werkwoordelijk gezegde =
3. De kinderen zouden liever buiten spelen.
Onderwerp =
Werkwoordelijk gezegde =
4. Marlies tuurt naar de blauwe hemel.
Onderwerp =
Werkwoordelijk gezegde =
5. Na de speeltijd blijf ik zeker nog even kijken.
Onderwerp =
Werkwoordelijk gezegde =
6. De kinderen willen nog eens proeven.
Onderwerp =
Werkwoordelijk gezegde =
7. Kan je morgen komen ?
Onderwerp =
Werkwoordelijk gezegde =
8. Het meisje is heel fel vermoeid.
Onderwerp =
Werkwoordelijk gezegde =
9.Blijven jullie ook slapen ?
Onderwerp =
Werkwoordelijk gezegde =
10. Ik tover zomaar een konijn.
Onderwerp =
Werkwoordelijk gezegde =