Thema 3 : Zoek het onderwerp en het werkwoordelijk gezegde.

Typ het onderwerp en het werkwoordelijk gezegde.
© Jan Aerts

Klik hier voor meer uitleg

krant.gif



1.Vandaag maakt papa een ritje met de moto
onderwerp =
werkwoordelijk gezegde =
2. Frederik stopte midden op de weg
onderwerp =
werkwoordelijk gezegde =
3. Zelfs op de straat kan je de brand goed zien.
onderwerp =
werkwoordelijk gezegde =
4. Piet heeft als eerste de vogels opgemerkt.
onderwerp =
werkwoordelijk gezegde =
5. Die man zet grote ogen.
onderwerp =
werkwoordelijk gezegde =
6. Heb je wel eens een vliegtuigreis gemaakt ?
onderwerp =
werkwoordelijk gezegde =
7. Zelfs in het donker kan een kat nog goed zien.
onderwerp =
werkwoordelijk gezegde =
8. En 's nachts werkt hij.
onderwerp =
werkwoordelijk gezegde =
9. Die oude versleten auto werd toch nog verkocht.
onderwerp =
werkwoordelijk gezegde =
10. De jongens en de meisjes speelden in het bos.
onderwerp =
werkwoordelijk gezegde =