Klik hier voor meer uitleg
1. Ik zal morgen zeker komen . [?] 2. De mensen kennen me ondertussen wel. [?] 3. Zorgt de juf voor een verrassing ? [?] 4. In het grote bos staan enkele herten te kijken . [?] 5. Straks ben je ook nog ziek. [?] 6. Ring, doet de telefoon. [?] 7. Die jongen en dat meisje houden van elkaar. [?] 8. Ik ga morgen terug naar school. [?] 9. Dat zou het mooiste geschenk zijn. [?] 10. In de tuin konden de kinderen fijn spelen. [?]